Je kunt er van alles van vinden, de houten box met ronde spijlen. Vroeger was het een normaal object bij gezinnen met jonge kinderen. Het was en is een veilige plek voor baby’s en peuters. De bodem is tien centimeter boven de grond, waardoor tocht er onderdoor kan en wordt bedekt door een boxkleed dat gemakkelijk gewassen kan worden. Deze onmisbare ruimte is nog steeds te koop onder andere bij https://www.prenatal.nl/thuis/boxen/.
Voor mij is het de eerste ruimte waar een kind vrij en zonder bemoeienis van anderen zichzelf kan zijn. In de box is er alle ruimte voor bewegen, de wereld verkennen, luisteren en observeren zonder gestoord te worden. Ik, als ouder of verzorger, heb de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het veilig is en dat er iets te verkennen valt. Dat betekent dat ik observeer wat het kind doet en of er nog steeds genoeg interesse is voor wat er voor handen is, waarbij twee stukjes speelgoed tot zes maanden en vier aan het eind van het eerste levensjaar speeltjes meer dan voldoende zijn.
Wanneer het kind kan kruipen, staat en begint te lopen wordt het tijd voor een grotere speelruimte. De woonkamer is een geschikte plek. Zet alles wat je dierbaar is en stuk kan hoog, buiten bereik van nieuwsgierige handen. Steeds ‘nee’ of ‘afblijven’ horen maakt onzeker. Het is wijs om grenzen te stellen. Zo was bij ons de boekenkast taboe, alleen de onderste plank was vrij met kinderboeken. Daarbij was de bijzettafel geen speelplaats, die was voor kopjes en glazen. Heel essentieel is dat je consequent bent. Een ‘nee’ is een nee. Opvallend is dat wanneer kinderen verder de vrijheid hebben, zulke kleine beperkingen geen punt zijn. Alleen wanneer het kind te weinig aandacht krijgt kan het de grens tarten om aandacht te vragen.